‘Money money money’: dat was vorige week het thema van het startweekend van de Rabotkerk, één van de twee kerken in Gent die mijn werk dragen. En als je maar weet waar je moet zoeken, kom je het thema ‘geld’ ook vaak genoeg tegen in de Bijbel. Zo ook in het beroemde en beruchte verhaal van de ‘werkers van het elfde uur’, dat deze zondag in veel kerken gelezen werd. Voor wie het verhaal niet kent, even een kort-door-de-bocht samenvatting. Hoofdpersoon is een landeigenaar die arbeiders nodig heeft. Nu was het in de tijd van Jezus (want die vertelt dit verhaal) gebruikelijk dat ‘dagloners’ hun arbeid aanboden op de markt. De landeigenaar in kwestie gaat daar dan ook heen op het ‘eerste uur’ (dat wil zeggen: zes uur ‘s morgens), neemt een aantal mensen in dienst en spreekt het loon met hen af: één denarie, in die tijd genoeg om met je familie een dag van te leven. Maar later heeft hij toch nog meer arbeiders nodig en gaat hij nog een paar keer naar de markt. Steeds weer huurt hij werkers in voor één denarie. Ook als hij, letterlijk ‘ter elfder ure’ – dus om vijf uur ‘s middags – nog mensen inhuurt, terwijl er dan nog maar één uur van de werkdag over is. Aan het eind betaalt hij iedereen die ene denarie uit. Zowel aan de werkers van het eerste uur als die van het elfde uur en alle anderen daar tussenin. De werkers van het eerste uur zijn hoogst verontwaardigd; zouden zij, die de hele dag op het land hebben gezweet, hetzelfde krijgen als die nietsnutten die dat maar één uur hebben gedaan? Ze krijgen echter nul op het rekest van de landeigenaar. Enfin, wie het hele verhaal wil lezen: dat staat in het Mattheüs-evangelie, aan het begin van hoofdstuk 20.
Nu kreeg ik vandaag een aardige discussie op social media (ja, dat gebeurt, alleen helaas veel te weinig) over dit verhaal met iemand die de werkers van het elfde uur maar nietsnutten vond. Toch begon die er anders over te denken toen hij zich realiseerde dat die kerels de hele dag op de markt hadden gestaan, in onzekerheid of zij en hun familie op die dag wel te eten zouden hebben. En dat de landeigenaar niet uitbetaalt naar wat iemand gewerkt heeft, maar naar wat iemand nodig heeft. Dat was een eye-opener. Dominee Eefje, mijn collega van de Rabotkerk, wees me vervolgens op een interview met de Leuvense econoom Ides Nicaise, die daarin ook zijn gedachten over dat verhaal laat gaan. Nicaise betrekt het op de huidige tijd en dan vooral op langdurig werkloze mensen. Die worden al te vaak bekeken met wantrouwen; ze worden gezien als profiteurs en nietsnutten. Feitelijk is het hele beleid aangaande werkloosheid gebouwd op dat mensbeeld.
De mensen met wie ik als straatpastor dagelijks te maken heb, die weten heel goed wat het is om met wantrouwen te worden bekeken en te worden gezien als profiteurs en nietsnutten. Vaak zijn die ook zichzelf zo gaan zien. Dat is pijnlijk, dat is verdrietig, Dat is ook gruwelijk onrechtvaardig. Wie integendeel – zo zegt Ides Nicaise ook – mensen benadert vanuit vertrouwen, en vanuit het idee dat mensen behoefte hebben aan bestaanszekerheid: die zal zien dat iemand die vertrouwd wordt en die zich niet dagelijks zorgen hoeft te maken over het dagelijks brood, heel anders in het leven staat dan iemand die voortdurend op het randje leeft en die voortdurend met wantrouwen bejegend wordt. Het mensbeeld waar je van uitgaat, kan een wereld van verschil maken.
En feitelijk gaat het daar ook om in dat verhaal over die werkers van het eerste en het elfde uur. De werkers van het eerste uur gaan uit van wantrouwen, zou je kunnen zeggen, en van verdienste. De landeigenaar daarentegen – en in dit soort verhalen staat die vrijwel altijd model voor God – die gaat uit van vertrouwen en van wat mensen nodig hebben voor een goed bestaan. En wat zou onze wereld er anders uitzien, mocht dat toch eens uitgangspunt worden van onze samenleving…..
One Response to Money, money, money en mensbeelden