Nóg zie ik hem zitten, op een bankje in het plantsoen tegenover de Rabotkerk. Het is een vroege ochtend en in de kelder is het Open-Huisontbijt. Ik vraag hem binnen, maar hij heeft geen honger – zegt hij. Nochtans weet hij ruim een maand later nog steeds dat ik hem uitgenodigd heb. Alex van de Gantoise Plantrekkers.
Maar vorige week kregen we bericht dat hij overleden is. Veel te jong.
Eigenlijk heb ik hem nauwelijks gekend. Er zijn verschillende jongens en meiden van de Plantrekkers die hem veel beter gekend hebben. Maar ik had een zwak voor hem. Hij was altijd vrolijk en hij had iets ontwapenends in zich. Het was fijn als hij er op de training bij was.
Zijn familie heeft hem in besloten kring begraven. Er was niemand van het voetbalteam bij. Met alle respect voor het besluit van zijn familie vind ik dat tóch triest. Want ik vermoed dat zijn teamgenoten in de laatste jaren van zijn leven méér als familie voor hem waren dan zijn eigenlijke familie. Al weet ik dat natuurlijk niet zeker. Want nogmaals, er zijn verschillende jongens en meiden van de Plantrekkers die hem veel beter gekend hebben dan ik hem heb gekend.
Nochtans laat hij een gat achter in mijn leven. Hoe groter zal het gat dan niet zijn dat hij achterlaat in het leven van anderen van ons Plantrekkers-team.
En hij is veel te jong gestorven.
Goede reis, Alex.
(PS: Alex was niet zijn echte naam, maar uit respect voor zijn nabestaanden noem ik hem bij een andere naam)