Als stadspredikant wordt ik uitgezonden door de twee Gentse kerken die zijn aangesloten bij de Verenigde Protestantse Kerk in België. Ik ben dus protestants predikant, maar in mijn bevestigingsdienst van krap een jaar geleden is mij gevraagd om ‘de stad en haar mensen te dienen’. Dat is dus heel wat breder dan alleen protestants, en ik heb vaak genoeg reden om daar blij om te zijn.
Deze afgelopen week alleen al een paar keer. Ik had een ontmoeting – zomaar op een bankje in het park op de vroege ochtend – met Rafaela, van afkomst Spaans en ‘dus’ katholiek. En heel gelovig ook. Maar de katholieke kerk, die heeft voor haar afgedaan. Te vaak haar neus gestoten daar, en ze vindt de meeste priesters en kerkleiders maar hypocriet. Maar ze houdt wél nog steeds met volle overtuiging vast aan haar geloof in God, in Jezus, en vooral ook in Maria – want dat is tenminste een vrouw, en verder zijn ‘t allemaal maar mannen in de katholieke kerk. We hebben het over de Bijbel, over uitspraken van Jezus, maar ook nog over de Koran. Want daar komt Maria ook in voor, naast alle profeten uit het Oude Testament, stelt Rafaela met instemming vast. En ja, ze wil wel eens naar een protestantse kerkdienst komen in de Brabantdam-kerk of de Rabotkerk. Liefst dan wel als ik voorga, want dan is er in ieder geval minstens één bekend gezicht.
Later in de week klap ik nog met Théodore, Franstalig Belg, kunstenaar, maar door drugsgebruik dakloos geworden. Zijn Frans is niet altijd even verstaanbaar, dus luisteren kost de nodige inspanning. Maar ik hoef ook niet veel antwoord te geven; hij doet het praten wel. Théodore heeft de brieven van Paulus gelezen en heeft daar de nodige twijfels bij. Jezus is een ander verhaal, Jésus est un gars cool, een toffe gast. Maar, zo vraagt hij, sais-tu aussi que le bouddhisme est en réalité une question de compassion? Weet je ook dat het Boeddhisme eigenlijk helemaal draait om mededogen?
En zo kom je onder straatbewoners heel wat geloof en spiritualiteit tegen. Die zich lang niet altijd in hokjes laat vangen – Godzijdank niet, zou ik zeggen. Wat me daarbij opvalt: als mensen horen dat ik predikant ben, willen ze vaak heel graag praten over hun geloof en spiritualiteit. Het is niet direct een onderwerp waar ze onder elkaar over praten, zo is althans mijn indruk. Nu kan die indruk er natuurlijk helemaal naast zitten – wie weet wat voor diep-theologische discussies er overdag in het park of ‘s avonds laat in de nachtopvang worden gehouden. In ieder geval, ik ben blij dat ik zo af en toe als gesprekspartner kan dienen. Want geloof, in een veelheid van gedaanten, ligt vaak letterlijk op straat.