De langste nacht van het jaar is alweer een week voorbij. Maar het blijven donkere dagen. In meer dan één opzicht. De afgelopen week heb ik bericht gekregen van twee goede vrienden die gestorven zijn, een derde die in een hospice ligt en een vierde die met spoed – en in een potentieel dodelijke toestand – in het ziekenhuis moest worden opgenomen. De dood is nadrukkelijk aanwezig in mijn leven deze dagen. Nu is ze er altijd op de achtergrond, als je als straatpastor veel omgaat met straatbewoners en ex-straatbewoners. Tatjana die eigenlijk geen doel meer ziet in haar leven, maar hardnekkig en nadrukkelijk volhoudt: “ik ben niet suïcidaal hoor!” Gabor die te lijden heeft onder zijn slechte gezondheid, maar liever op straat sterft dan het ziekenhuis in gaat; want hij heeft zijn eergevoel en dat is belangrijk. Voor wie op straat leeft, of op straat geleefd heeft, is de dood nooit ver weg.
De dagen zijn donker, maar juist nu vieren we het lichtfeest bij uitstek, Kerstmis. Tegen alle dood in staat ook bij mij thuis een – heel klein – kerstboompje, met daaronder het stalletje. De verbeelding van het kind dat in de wereld kwam om licht te brengen. Licht tegen alle duisternis in – zelfs tegen de duisternis in van de kindermoord van Bethlehem, die op 28 december als ‘onnozele kinderen’ herdacht wordt in de katholieke kerk en daarbuiten. Die kindermoord vormt de bloedige climax van het geboorteverhaal van Jezus zoals de evangelist Mattheüs ons dat vertelt: koning Herodes, bang om zijn macht kwijt te raken aan de pasgeboren ‘koning van de Joden’ – waar de bekende wijzen uit het Oosten hem over vertellen – laat in Bethlehem en wijde omtrek alle kinderen van 2 jaar en jonger vermoorden. Ik heb er gisteren in de Rabotkerk over gepreekt en vandaag in de gevangenis nog een keer. Omdat wij 2000 jaar later nog steeds leven in een wereld waarin kinderen vermoord worden. En waarin voor straatbewoners de dood nooit ver weg is.
“Midden in de dood staan wij in het leven”, schreef de tekstdichter Muus Jacobs meer dan 60 jaar geleden. Daarmee draaide hij een oude Middeleeuwse tekst om, die zegt: “Midden in het leven staan wij in de dood”. Dat laatste is misschien wel realistischer, maar als we met gelovige ogen kijken heeft de zogeheten realiteit nooit het laatste woord. “De dood heeft niet het laatste woord”, zo zei mijn Palestijnse collega Munther Isaac in zijn preek een paar dagen voor Kerstmis. “God heeft het laatste woord, en het is een woord van leven en licht”. Hij sprak deze woorden tegen de achtergrond van die andere kindermoord: de massamoord die nog steeds gaande is in de Gazastrook, waar bijna de helft van de tienduizenden doden kinderen zijn. Om tegen zo’n achtergrond nog steeds te getuigen dat God het laatste woord heeft, en dat Zijn woord een woord is van leven en licht, dat getuigt van een groot Godsvertrouwen.
En met die woorden van Munther Isaac in het achterhoofd kijk ik vooruit naar 2025:
Moge het nieuwe jaar vrede brengen voor de kinderen van Gaza
Moge het nieuwe jaar uitkomst brengen voor wie nu geen thuis hebben
Moge het nieuwe jaar zegen brengen aan alle kinderen van God
op plaatsen waar zóveel geleden wordt….
Tegen alle dood en duisternis in: alle Goeds voor 2025.