Het is winter, en dat is te merken op straat. Iedereen die je buiten tegenkomt, is warm ingepakt. Dat geldt nog eens extra voor straatbewoners, en dan vooral voor diegenen die dag en nacht op straat leven. Die zijn meestal dubbel ingepakt – je pikt ze er zó uit in het straatbeeld. De meesten van hen zijn wel wat gewend; vergeleken met die buitenbikkels voel ik me vaak een watje dat niet tegen een beetje vrieskou kan. Nochtans is er een fundamenteel verschil tussen koud weer en warm weer en wat dat met straatmensen doet. Davy bijvoorbeeld, die ik iedere week wel eens spreek hoewel hij een man van weinig woorden is. Nu het vriest, zijn zelfs die weinige woorden opgedroogd. Natuurlijk kan hij naar één van de inloopplekken die Gent rijk is, maar hij kan niet tegen de drukte daar. Die maakt hem gek, zo zegt hij. Om diezelfde reden gaat hij niet naar de nachtopvang. Dus zit hij nu op zijn vaste plekje voornamelijk de kou uit te houden. Te overleven.
Het leven op straat, of wat ik daarvan meekrijg, heeft me een andere ervaring gegeven van de weersomstandigheden. Vooral door mensen als Davy, die het grootste deel van de dag – en de nacht! – buiten doorbrengen. De sneeuw die laatst de stad met een witte laag bedekte mag er schilderachtig uitzien. Maar voor wie buiten moet zien te overleven is het een ramp. Als het regent, word je nat. Wat nog erger is dan vrieskou, want die is tenminste nog droog. En over het algemeen gesproken is de winter veel meer een tijd van overleven dan een tijd van leven. Er zijn natuurlijk mogelijkheden om de kou te ontvluchten. De stad heeft extra opvangplaatsen voor de nacht mogelijk gemaakt en er zijn heel wat plekken waar je overdag terecht kan. Maar zelfs voor wie daar gebruik van maakt, komt onverbiddelijk het moment dat je weer de kou of de nattigheid in moet. Dat is voor mij ook zo als ik door de week de inloop uit kom of op zaterdagmiddag de deur van onze eigen open huiskamer achter me dichttrek. Maar als ik de kou of de nattigheid in ga, weet ik dat er aan het einde van de rit een warm en droog huis op me wacht. Voor Davy en zoveel anderen die om wat voor reden dan ook dag-in-dag-uit de volle laag van de elementen over zich heen krijgen, is het voornamelijk hopen dat het voorjaar maar snel mag komen. Zodat er weer een beetje te leven valt.
One Response to Leven of overleven