Over het algemeen is onze open huiskamer een oase van rust, en wordt ze daarom juist door onze ‘stamgasten’ gewaardeerd. Maar soms heb je er gasten tussen die voor onrust zorgen. En meestal is dat niet eens met opzet. Er zijn nu eenmaal relatief veel straatbewoners waar, op z’n plat Belgisch Nederlands gezegd, een paar vijzen aan los zitten. Die kunnen zich lang niet altijd rustig houden.Eén daarvan is André. Eén bonk nerveuze energie. En tóch heb ik een zwak voor die jongen. Dus als hij komt, knoop ik steevast een praatje met hem aan zodat hij die nerveuze energie daar wat in kwijt kan. Vaak kan ik dan geen touw vastknopen aan wat hij allemaal zegt. Maar hoe dan ook waardeert hij de aandacht, en dat is al veel waard.
Een paar weken terug gebeurde er toch iets bijzonders. André was in de huiskamer, we waren aan de babbel – tot dusver zonder dat er veel lijn in zat – en het was warm. Met als gevolg dat ik mijn mouwen maar eens oprolde. Nu heb ik twee tattoos op mijn onderarm, allebei van vogels. Eentje van een rietzanger op de rechterarm en eentje van een zwaluw op de linkerarm. André zag die en was meteen vol belangstelling. Wat voor vogels dat waren, wilde hij weten. Ik vertelde het hem, en ook wat ze voor mij betekenen. Waarop hij zijn eigen mouw oprolde en vol trots liet zien dat hij daar óók een vogel op z’n arm had staan. “Een paradijsvogel!” riep ik direct, en vol bewondering, want het was een mooie levensechte tattoo. André was verrukt. “Weet je dat jij de eerste bent die ‘m meteen herkent?” zei hij. Ik vertelde hem dat ik erg van vogels houd en er dus ook wel een heel aantal soorten van ken. Of ik ook de film van David Attenborough over paradijsvogels kende, wilde André weten. Nu heb ik die toevallig wel eens gezien, hoewel ze al een halve eeuw geleden gemaakt is. “Daar het ik ‘t idee van gekregen”, zei André. Waarop we de rest van de middag over vogels gebabbeld hebben, paradijsvogels en andere. En, heel opvallend: er was nu wél een touw aan vast te knopen. Het was een heel plezant gesprek, en dat zei André ook toen hij wegging.
Eén bonk nerveuze energie, en toch heb ik een levensgroot zwak voor hem…… En na dit gesprek nog een beetje meer. André heeft zelf wel iets van een paradijsvogel, bedenk ik me nu….