Het werk op straat brengt zo haar eigen dilemma’s mee. Eerder schreef ik al over de schrijnende kloof tussen niet-bevoorrechten en bevoorrechten – waarbij ik zelf ook onder de laatste categorie val. In een iets andere vorm kwam ik het weer tegen tijdens één van mijn wandelingen door de stad. De aanleiding was een sticker, geplakt op het bordje bij een hondenuitlaatplek. “Afflict the comfortable and comfort the afflicted”. Dit kan ik wel in het Nederlands vertalen, maar dan gaat het woordspel erin verloren. Het is een slogan die sinds de 19e eeuw wordt voorgesteld als de taak van de vrije pers en trouwens ook als de taak van christengelovigen in deze wereld. Al schijnt de achtergrond anders te zijn, maar dat komt vaker voor. Hoe dan ook bleef het bij me hangen toen ik verder stapte. Afflict the comfortable and comfort the afflicted – dat heeft parallellen met gerechtigheid (afflict the comfortable) en barmhartigheid (comfort the afflicted). Die twee hebben we allebei nodig. Gerechtigheid zonder barmhartigheid loopt het risico kil en koud en harteloos te worden. Barmhartigheid zonder gerechtigheid loopt het risico tandenloos te worden. Nu is het natuurlijk zo dat ik in mijn werk als straatpastor met allebei te maken heb. In pastoraat ligt echter vaak de nadruk op barmhartigheid. En dat is maatschappelijk ook veel beter te verkopen. Je wordt al gauw heilig verklaard als je barmhartigheid toont. Maar barmhartigheid doet in principe niks met de bestaande orde. Of het zou moeten zijn dat het een tegengeluid is, om juist om te gaan met die mensen die door ‘brave burgers’ gemeden worden. Een tegengeluid tegen het negeren van wie in de shit zit. Nochtans loopt het ook dan nog het risico om tandenloos te worden, zonder de roep om gerechtigheid. Barmhartigheid zonder het besef van hoever deze wereld van ons verwijderd is van het visioen van het Koninkrijk van God, waar brood en liefde is genoeg voor allen; dat soort barmhartigheid doet niks meer dan dweilen met de kraan open. Het is een dilemma waar meer mensen mee worstelen, die ik tegenkom op allerlei plekken in het Gentse sociale leven. We willen naast mensen staan die in de hoek zitten waar de klappen vallen – maar het grote punt is nou precies dat die klappen niet zouden mogen vallen.
Misschien is de Catholic Worker-beweging me daarom wel zo dierbaar. Een beweging van christen-anarchisten, die de navolging van Jezus uiterst serieus nemen. In de huizen van die beweging worden allerlei mensen opgevangen die precies in die hoek zitten waar de klappen vallen. Tegelijk zijn de Catholic Workers ook betrokken bij allerlei vormen van protest. Protest tegen de manier waarop we in Europa omgaan met mensen zonder verblijfspapieren. Protest tegen de manier waarop de welvaart verdeeld is. Protest tegen de manier waarop we met de aarde omgaan. Onvermoeibaar zijn ze in aan de ene kant hun inzet voor concrete mensen, en aan de andere kant hun inzet voor een betere wereld, een wereld zoals God die bedoeld heeft, het Koninkrijk van God. Iets van die geest zou ik toch graag meenemen in mijn werk hier in Gent. Waar ik toch van hoop dat het niet alleen ‘comforting the afflicted’ betekent. Ik hoop ook dat het een luis in de pels mag zijn, een ‘affliction’ mag betekenen voor ‘the comfortable’.