Ik heb het al eens eerder opgemerkt: er gebeurt veel in Gent. Op maatschappelijk gebied en ook op kerkelijk gebied. Het meest interessant vind ik dan vaak de plaatsen waar dit samenkomt. Eén van die plaatsen is de Dominicusgemeenschap aan de Blaisantvest. Afgelopen vrijdag was ik daar te gast omdat die wel eens meer over mijn werk wilden horen. Want een stadspredikant, of een straatpastor, dat is ook op veel kerkelijke plekken een onbekend iets. Zelfs bij een gemeenschap met zoveel maatschappelijk betrokken mensen als de Dominicusgemeenschap.
Ik hield een praatje van een kwartier over mijn werk, en daarna ontstond een levendige uitwisseling waarin die maatschappelijke betrokkenheid goed naar voren kwam. Eén van de thema’s die ter sprake kwam in het gesprek, was het eeuwige dilemma van aan de ene kant concrete betrokkenheid op concrete mensen in de knel en aan de andere kant het gegeven dát er zoveel mensen in de knel zitten. En dat dit alleen maar erger lijkt te worden.
Het is iets dat in mijn werk voortdurend terugkomt. Ik luister naar mensen die ik op straat en bij de inloop tegenkom. Ik probeer recht te doen aan de waardigheid van die mensen. Maar intussen worden de oorzaken waarom zij precies geen waardigheid hebben steeds erger. De opkomst van extreem rechts en jarenlang rechtse neoliberale politiek in België en Nederland (ik noem alleen maar de landen waar ik gewoond heb en nog steeds woon) breekt alles af wat mensen aan de ‘onderkant’ nodig hebben voor menswaardig leven. Steeds minder goede woningen (wat eerder ‘volkshuisvesting’ heette, wordt nu alleen nog maar ‘woningMARKT’ genoemd), afbraak van het openbaar vervoer, vluchtelingen die letterlijk in de kou worden gelaten. Werken aan de ‘rafelrand’ lijkt daarom nog het meest op dweilen met de kraan steeds verder open.
Hoe ga je daarmee om? Want dat dilemma is reëel en dat we in een fout systeem leven is reëel. Voor mezelf heb ik besloten: ik mag me nooit neerleggen bij het gegeven dat mensen aan de onderkant het steeds moeilijker gemaakt wordt, naast alle andere dingen die niet deugen in onze samenleving. Maar ik mag me er ook niet laten verlammen door mijn onvermogen om er iets aan te veranderen. En dat verlammen, dat ligt altijd wel ergens op de loer.
Maar er is geen oplossing voor het dilemma. Al wat ik kan doen is de spanning uithouden. Me er niet bij neerleggen, niet wegkijken van de realiteit van dat foute systeem, maar me ook niet laten verlammen door mijn onvermogen om iets aan dat foute systeem te veranderen. Die spanning uithouden.
En dan is er ook het gegeven dat ik straatpastor ben, uitgezonden door de kerk – maar in de eerste plaats zelf een gelovige die probeert om Jezus na te volgen. Als Jezus ervoor koos om in zijn tijd om te gaan met de ‘rafelrand’ van zijn samenleving, en hen hoop gaf, en tegen wie het maar wilde horen zei dat ze kostbaar waren in Gods ogen – dan kan ik alleen maar volgen. En proberen om een echt verschil te maken, in de hoop dat ooit – alleen God weet wanneer – de machtigen van hun tronen zullen worden gesmeten en gerechtigheid zal worden gedaan aan mensen die nu als onbeduidend en zonder waarde worden beschouwd. Die hoop is misschien nog wel het belangrijkste ‘wapen’ om de spanning uit te houden….
2 Responses to De spanning uithouden